Slachtoffers en de schadevergoedingsmaatregel in het strafrecht
Hoe krijgt een slachtoffer zijn schadevergoeding vergoed via het strafrecht? Hoe zit dit met een niet vermogende verdachte? Hoe moet de verdachte deze schadevergoeding betalen?
Dit zijn allemaal vragen die ik van mijn cliënten vaak te horen krijg. De schadevergoeding van de slachtoffers wordt een (steeds groter) onderdeel van het strafproces. Binnen de strafrechtadvocatuur wordt soms zelfs aangegeven dat in sommige gevallen we nog meer bezig zijn met het bespreken van de ingediende schadevergoeding, dan met de daadwerkelijke strafzaak. Waarom is het zo’n groot onderdeel van het proces en waarom moeten we daar soms meer tijd aan besteden dan aan de strafzaak zelf? Dat zal ik hieronder uitleggen.
Een slachtoffer kan bij de officier van justitie een vordering tot schadevergoeding indienen, als hij of zij schade heeft geleden door een strafbaar feit. de officier van justitie dient deze schadevergoeding uiteindelijk namens het slachtoffer geheel of gedeeltelijk in. De verdachte en zijn strafrechtadvocaat kunnen hier uiteraard verweer tegen voeren. De rechter beslist uiteindelijk of de verdachte de schadevergoeding moet betalen (geheel, gedeeltelijk, of wellicht helemaal niet) en of de schadevergoedingsmaatregel moet worden opgelegd.
Schadevergoedingsmaatregel
Eerst is belangrijk om te beschrijven wat de schadevergoedingsmaatregel is in het strafrecht
De schadevergoedingsmaatregel is de strafrechtelijke maatregel die kan worden verbonden aan de betaling van een schadevergoeding aan de benadeelde partij. De schadevergoedingsmaatregel houdt in dat de Staat wordt belast met de incasso van de toegekende schadevergoeding.
Met andere woorden; het slachtoffer hoeft niet zelf de vordering te incasseren bij de verdachte. Het CJIB wordt belast met de incasso. Als het bedrag is geïncasseerd, wordt het bedrag betaald aan het slachtoffer.
Waarom wordt het een maatregel genoemd? Omdat, als de rechter de verplichting tot betaling van de schadevergoeding oplegt, deze verplichting bij wijze van maatregel op grond van het Wetboek van Strafrecht oplegt.
Ook kan een officier van justitie de schadevergoedingsmaatregel opleggen bij strafbeschikking. Over buitengerechtelijke afdoeningen en strafbeschikkingen, lees HIER[1] meer. Over het verschil tussen een OM-zitting en een strafrechtelijke zitting bij de rechter, lees hier meer.
Om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen moet er wel sprake zijn van een strafrechtelijke veroordeling (of dus een strafbeschikking van de officier). Indien de verdachte wordt vrijgesproken of indien de zaak eindigt door een ontslag van alle rechtsvervolging, wordt de vordering van het slachtoffer niet toegekend. Simpelweg omdat bij een vrijspraak het ten laste gelegde feit niet bewezen kan worden.
Opgemerkt wordt dat, indien de strafzak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel, maar wel met schuldigverklaring, ook een schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd.
Draagkracht
Erg belangrijk bij de schadevergoedingsmaatregel is dat de draagkracht niet van belang is bij het opleggen van de maatregel en de hoogte van de vergoeding.
Het gaat om een maatregel waardoor bij de bepaling van de hoogte van het bedrag geen rekening gehouden gaat worden met de ernst van het feit, de verwijtbaarheid van het gedrag en de draagkracht van de verdachte (Kamerstukken II 1989/90, 21 345, nr. 3, p. 6.). Dit betekent dat, mensen met geen draagkracht soms wel gedwongen worden relatief hoge schadevergoedingen te betalen. Waar bij het opleggen van een eventuele boete als straf nog wordt gekeken naar draagkracht en of wellicht een andere straf passender is (bijvoorbeeld een taakstraf), geldt dit niet voor de schadevergoedingsmaatregel.
Wel is het mogelijk dat de vergoeding in termijnen wordt betaald. Vereist is wel dat de vergoeding dan minimaal € 225,00 is en de termijnbedragen minimaal € 45,00 per maand zijn. Overigens geldt als aanvullende voorwaarde dat een schadevergoedingsmaatregel die door de rechter wordt opgelegd binnen twee jaren geheel moet zijn betaald. Bij een strafbeschikking, opgelegd door de officier van justitie, moet de schadevergoedingsmaatregel binnen een jaar betaald zijn.
Waarom bereid ik mijn cliënten altijd goed voor op de ingediende schadevergoeding en waarom bespreek ik altijd ook goed de schadevergoedingsmaatregel. Uiteraard om het hiervoor beschrevene, maar ook omdat, indien de vordering niet wordt betaald, er een vervangende hechtenis ten uitvoer kan worden gelegd. Dit betekent niet dat je dan van je betalingsverplichting af bent, nu dit zo lijkt omdat we het hier hebben over vervangende hechtenis. Dit is niet het geval. De “vervangende hechtenis” heft de verplichting om te voldoen aan de schadevergoedingsmaatregel niet op. Wel is het zo dat, na deze “vervangende hechtenis” de zogenaamde bemoeienissen van het openbaar ministerie zijn beëindigd. Het slachtoffer moet dan de schade op andere wijze innen of heeft inmiddels van de Staat een voorschot op de schadevergoeding betaald. Meer informatie over dit voorschot en de voorschotregeling vindt je op de website van het CJIB.
Kortom, het kan dus zo zijn dat een verdachte vanwege een strafbaar feit niet wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar toch in de gevangenis beland, vanwege het feit dat hij vanwege zijn draagkracht de ingediende schadevergoeding niet kan betalen.
De schadevergoeding en de schadevergoedingsmaatregel spelen sinds enkele jaren een veel grotere rol tijdens het strafproces en naar verwachting zal deze rol alleen maar groter worden. Ik ben benieuwd naar de ontwikkelingen en zal ze voor jullie in de gaten houden.
Meer weten over strafrecht, strafzaken of schadevergoedingen door slachtoffers. Ben je gedagvaard om voor de rechter te verschijnen of heb je een andere vraag, neem dan contact met mij op.